Het verlies van een ouder is een van de ergste dingen die je als kind kunt meemaken, schrijft Delfos (2009). Kinderen gaan daar op veel verschillende manieren mee om. Sommige kinderen worden erg boos, anderen worden angstig of hebben last van schuldgevoelens. Bij veel kinderen daalt het zelfvertrouwen en ontstaat er schaamte om over de gebeurtenis te praten. Ook komt het voor dat zij worden gepest door leeftijdsgenoten. Het is aan een kind niet altijd te zien en te merken dat het last heeft van rouw, zeker tegenover de overgebleven ouder kan het kind zich heel sterk proberen te houden.

De school kan een belangrijke en positieve functie vervullen tijdens het proces van verwerking omdat kinderen hier de gewone dagelijkse routine kunnen ervaren (Cohen en Mannarino in Foolen en Van Rooijen, 2013). Het is belangrijk dat kinderen terecht kunnen bij vertrouwde anderen die meeleven en ondersteuning bieden bij het rouwproces. Een leerkracht kan zo’n vertrouwde persoon zijn, en ook een kindercoach kan hier een belangrijke functie vervullen.
Wanneer het verdriet na zes maanden niet minder wordt, kan er sprake zijn van zogenoemde stagnatie van rouw. Dan is er kans dat er zich ernstige emotionele en psychosociale problemen ontwikkelen. Vermijdingsgedrag, negatief gedrag en zorgzaam gedrag kunnen hiervoor signalen zijn. Belangrijk is dan dat hulp wordt ingeschakeld.

Renata is zelf ervaringsdeskundige op dit gebied. Op elfjarige leeftijd verloor ze haar vader plotseling aan de gevolgen van een hartinfarct. Ze weet als geen ander dat de behoeften van het kind op dit gebied voor elk kind verschillend zijn. Samen zoekt zij een weg waardoor het kind om leert te gaan met deze nieuwe situatie. Vanzelfsprekend wordt hier ook de overgebleven ouder bij betrokken. Natuurlijk geldt dit ook wanneer er een voor het kind andere dierbare persoon is overleden.

Neem gerust contact op met vragen of voor het maken van een afspraak!

Meer lezen?
-Fiddelaars-Jaspers, R. (2005). Jong verlies. Rouwende kinderen serieus nemen. Kampen: Ten Have.
-Delfos, M.F. (2009). Ontwikkeling in vogelvlucht. Amsterdam: Pearson.
-Foolen, N. & Van Rooijen, K. (2013). Wat werkt bij rouwverwerking? Utrecht: NJI

Renata Roos, 11 mei 2016 (een deel van dit bericht is eerder gepubliceerd)